

DE HONINGBIJ
Bijen bestaan al tientallen miljoenen jaren.
In een bijenkorf kunnen meer dan 50.000 bijen leven.
Ze hebben allemaal een eigen taak.
De belangrijkste is de koningin (moer).
Haar enige taak is eitjes leggen en eten.
De darren zorgen dat zij bevrucht wordt en sterven dan.
Zij worden alleen in de zomer geboren.
De werksters kunnen geen eitjes leggen.
Hun taak is de larven voeden, de bijenkorf schoonhouden, zorgen dat er genoeg voedsel is, de raten stevig houden, de bijenkorf bewaken enz. enz.
Hoe ouder zij is hoe, belangrijker haar taak wordt.
Doormiddel van likken, dansen, het verspreiden van hun geur en elkaar aanraken met hun voelsprieten communiceren bijen met elkaar.
Bijen zijn zeer nuttig voor de natuur.
Doordat zij van bloem naar bloem vliegen bevruchten zij bijvoorbeeld fruitbomen.
Het stuifmeel dat op hun lichaam blijft pakken komt zo op een andere bloem terecht.
Hierdoor kunnen er weer veel vruchten groeien.
Met hun zuigsnuit zuigen zij de nectar uit duizenden bloemen op.
Een speciale honingbewerkster voegt hier een stofje aan toe zodat het honing kan worden.
Met zijn wasklieren maakt de honingbij de raten voor de jongen en voor het maken van voedselkastjes.
Bijen zijn erg nuttig voor de mens.
Zij maken honing, was voor het maken van kaarsen en bevruchten fruitbomen.
Jammer dat zij zo gemeen kunnen prikken.
In hun achterlijf zit een angel waaruit tijdens een prik wat gif uitkomt.
