DE SCHORPIOEN

Schorpioenen behoren tot de spinachtigen.
Hun skelet is een hard schild.
Zij hebben 7 paar ogen.
De kleinste 5 paar zijn om licht te vangen.
Onder op hun buik zitten een soort kammen.
Hiermee voelen ze op wat voor ondergrond zij kruipen.
Ook maken ze er met hun poten geluid mee om vijanden af te schrikken.
Overdag verstoppen schorpioenen zich in de schaduw, of onder het zand en gaan daarna op jacht.
Wanneer een prooi in hun buurt komt proberen ze het dier met hun scharen of met hun gifstengel te doden.
Zij eten afhankelijk van hun soort: krekels, kakkerlakken, hagedissen, knaagdiertjes enz.
Proeven doen zij met hele kleine klauwtjes die voor op de kop zitten.
Hij knipt zijn prooi fijn, spuugt er darmsappen op en zuigt dit met zijn hele kleine mond op.
Schorpioenen kunnen niet plassen of zweten.
Al het vocht blijft maandenlang in hun lichaam.
1 keer per jaar zoeken mannetjes en vrouwtjes elkaar op om te paren.
Ze maken een soort liefdesdans waarbij het mannetje wat zaad op de grond laat vallen.
Hij trekt het vrouwtje erover en maakt dat hij wegkomt.
Heel soms eet het vrouwtje het mannetje na de paring op.
De zwangerschap duurt bij veel soorten wel 1 jaar.
De jongen komen uit eitjes of worden levend geboren.
Afhankelijk van de soort kunnen dit er tien of meer dan 100 zijn.
De jongen leven de eerste weken op de rug van de moeder.
Zij beschermd hen en gaat naar ze op zoek wanneer er een jong weg is.
Tijdens hun groei vervellen schorpioen regelmatig.
Afhankelijk van hun soort kunnen zij 2 tot 25 jaar oud worden.
De grote varieert van 2 cm tot wel 20 cm.
Schorpioenen hebben veel vijanden.
Stokstaartjes, jakhalzen, slangen grote spinnen enz. kunnen goed tegen hun gif.
In droge gebieden overlijden veel mensen door zo'n giftige schorpioenen prik.
Schorpioenen in het zuiden van Europa prikken zeer pijnlijk maar niet dodelijk.