DE VOGELSPIN

Vogelspinnen zijn geen insecten maar geleedpotigen.
Zij leven in tropische gebieden.
Er zijn ongeveer 850 soorten vogelspinnen bekend.
Omdat er nog steeds nieuwe diersoorten ontdekt worden zal dat ook wel voor vogelspinnen gelden.
Afhankelijk van hun soort leven vogelspinnen in bomen, op de bodem of in holen onder de grond.
De grootste soort de Goliathvogelspin kan met poten en al wel 30 cm groot worden.
Zij hebben 8 ogen maar zien toch erg slecht.
Zij voelen wel heel snel wanneer er bijv. een lekker hapje langs loopt.
Deze doden zij dan met een beet van gif.
Daarna zuigen zij hun prooi leeg.
Dit kunnen muizen,reptielen of andere dieren zijn als ze maar kleiner zijn hijzelf.
Jagen doen vogelspinnen in de nacht.
Hun gif is gelukkig niet dodelijk voor mensen maar wel erg pijnlijk.
Wanneer zij zich moeten verdedigen reageert iedere soort vogelspin anders.
Sommigen vogelspin soorten doen gewoon alsof ze dood zijn, anderen tillen hun voorlichaam op en tonen dan hun kaken, weer anderen spuiten een stinkend luchtje, sommigen sissen zelfs en velen schieten naaldachtige haartjes die wekenlang in een huid kunnen irriteren.
Wanneer een mannetje gepaard heeft met een vrouwtje moet hij zo snel mogelijk wegwezen.
Veel vrouwtjes lukt het om het mannetje met een giftige beet te doden waarna zij er een maaltijd aan over houd.