DE PYTHON

De python is een wurgslang.
Er bestaan tientallen soorten.
De netpython kan wel meer dan 9 meter lang worden.
Het zijn goede boomklimmers en zwemmers.
Pythons leven van: vogels, kleine zoogdieren, hagedissen, en andere dieren.
Zij doden hun prooi door het te wurgen en slikt zijn prooi in één keer door.
Pythons zijn niet giftig.
Zij hoeven niet vaak op jacht omdat het lang duurt eer zijn prooi verteerd is.
Een vrouwtje kan wel 80 eieren per keer leggen.
Zij broed haar eieren uit door zich over de eieren op te rollen.
Door haar lichaam te laten trillen, blijven de eieren warm.
Wanneer een python haar eieren uitbroed eet zij niet.
Jonge pythons zijn na ongeveer 2 jaar volwassen.
Pythons leven in streken rond de evenaar in Azië, Afrika en ook in Australië.
Zij leven in bossen, in het water maar ook in drogere gebieden.
Pythons worden door vele volkeren graag gegeten zelfs als nog een prooi inzit.
Hun huid wordt gebruikt als slangenleer voor het maken van bijv. ceintuurs, tassen ofd.
Ook worden pythons vaak als huisdier gehouden.