

DE SLAK
Slakken zijn weekdieren en geen insekten.
Het zijn de enigste weekdieren die op het land kunnen leven.
Slakken bevatten veel slijm en een goed stel spieren.
Slakken zijn hermafrodiet.
Dit betekent dat ze mannelijk en vrouwelijk zijn.
Zij kunnen dus kiezen of ze mannelijk of vrouwelijk zijn.
Wanneer er geen partner te vinden is kan een slak zichzelf bevruchten.
Slakken leggen piepkleine eitjes.
Sommige soorten brengen zelfs levendbarende jongen op de wereld.
De jonge slakken van waterslakken lijken op piepkleine wormpjes.
De schelp van de slak is het skelet.
Zijn lichaam groeit daar echt in.
Hierin kan hij zich ook verstoppen als hij zich bedreigd voelt.
Er bestaan enorm veel soorten slakken die op het land of in het water leven.
Zo zijn er dus slakken met kieuwen en slakken met longen.
De ogen van een slak zitten bovenop de lange tentakels.
Hiermee kunnen ze een klein beetje zien.
De kleine tentakels gebruikt hij om mee te voelen en te ruiken,
Afhankelijk van de soort kunnen slakken van alles eten.
Wormen, tuinafval en helaas ook gewone planten.
Slakken worden in veel landen door mensen gegeten.
De grootste slak de agaatslak kan wel 25 cm worden.
De kleinste slak de Acmella nana maar 1 mm.
