

HET PAARD
Een paard noemen we een edel dier.
Hij heeft dus een hoofd, benen en een mond.
Dus geen kop, poten of een bek.
Een paard heeft één teen per been.
Ze hebben een goed gehoor en kunnen goed ruiken.
Ze hebben mooie manen, en een staart waarmee ze insecten wegslaan.
Het kleinste paard is de Falabella van 60 cm hoog.
De shire kan 200 cm hoog worden.
Paarden zijn kuddedieren.
Zij moeten goed oppassen voor roofdieren.
Een veulen wordt na 12 maanden geboren.
Na de geboorte moeten ze gelijk kunnen staan en kunnen lopen.
Wanneer er roofdieren in de buurt zijn, moeten zij gelijk kunnen vluchten.
Een paard kan 30 jaar oud worden.
Hij kan wel 60 km per uur rennen
Paarden zijn planteneters (herbivoren)
Tienduizend jaar geleden werden paarden al door de mens gebruikt.
Men heeft veel oude rotstekeningen gevonden , waarop paard en mens getekend staan.
In Europa zijn nog gebieden waar echte wilde paarden leven.
Deze zijn o.a. te vinden in Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije en Duitsland.
In de verenigde staten leven de Mustangs en in Australië de brumbies.
Een vrouwelijk paard heet een merrie.
Een mannelijk paard heet een hengst.
Een veulen is een paard dat jonger dan één jaar is.
