Nijlpaarden leven in Afrika op plekken waar gras en water te vinden is.
Zelfs in de bergen kun je ze tegenkomen.
Nijlpaarden kunnen meer dan 3 meter worden en meer dan 300 kilo wegen.
De oren, en de ogen zitten hoog op de kop.
Zo kunnen ze ongestoord alles in de gaten houden wanneer ze in het water liggen.
De oren en neus kunnen nijlpaarden afsluiten met een soort vlies.
Zo kunnen ze een aantal minuten onder water blijven.
Slapen doen nijlpaarden ook onder water.
Onbewust komen ze wel steeds naar boven om adem te happen.
Nijlpaarden kunnen niet zwemmen.
Onder hun huid zitten klieren die een soort talg afscheiden.
Zo blijven ze beschermd tegen de zon en allerlei infecties.
Overdag ligt de nijlpaard het liefst uit de zon in het water.
Wanneer het donkerder wordt gaat hij op zoek naar gras om te grazen.
Nijlpaarden leven in kuddes.
De oudste mannetjes zijn daar de baas.
Een nijlpaardjong wordt na 8 maanden geboren.
Moeder en jong leven dan 2 maanden apart van de kudde.
Het jong zoogt 8 maanden bij de moeder.
Na ongeveer 5 jaar zijn nijlpaarden volwassen.
Groeien doen zij hun hele leven lang.
Nijlpaarden zijn als ze zich bedreigd voelen erg gevaarlijk.
Snel en wendbaar kunnen ze ook zijn.
Op het land hunnen ze wel 30 kilometer per uur rennen.
Nijlpaarden zijn in sommige gebieden van Afrika bedreigde dieren.
Hun ivoor en vlees zijn erg geliefd.
De boeren zijn ook niet erg blij met de nijlpaarden.
Dit omdat ze grote stukken land kapot kunnen maken.
Nijlpaarden worden net als runderen; stieren, koeien en kalveren genoemd.