

HET VARKEN
Varkens stammen af van de wilde zwijn.
Ze werden vroeger gebruikt voor het vlees, maar ook het werk op het land.
Dit kon het wroeten in de grond zijn zodat de boer kon zaaien, maar zij mochten ook alle eetbare rommel opeten.
Varkens houden ervan om een modderbad te nemen.
Zo worden alle insecten gedood die op hun vacht zitten.
Varkens zijn zinnelijke dieren.
Het zijn ook hele slimme dieren.
Wanneer ze een rustig leven hebben, kan je ze van alles leren.
Varkens zijn erg nieuwsgierig.
In de Bio-industrie is het leven ondragelijk voor deze dieren.
Daar moet het varken vlees en vooral geld opleveren.
Varkens zijn daar erg angstig en schrikachtig.
In de bio-industrie moet een zeug zo veel mogelijk jongen werpen.
Om haar jongen tijdens een paniek moment niet te verpletteren, wordt de zeug in een kooi gestopt.
Hierin kan ze geen stap zetten.
Na 5 of 7 weken worden de biggen bij de moeder weggehaald en vetgemest.
Ze leven dan met wel 1000 andere varkens in een kleine donkere schuur.
Ze staan boven een rooster dat hun poep opvangt.
De hoektanden en staarten worden dan zonder verdoving afgeknipt en getrokken.
Dit wordt gedaan omdat varkens zich uit verveling elkaar zouden bijten.
Wanneer een varken een half jaar oud is, wordt hij geslacht in het slachthuis.
Varkens worden gebruikt voor het vlees, van zijn botten maakt men lijm, van zijn vacht kwastharen, van zijn vel schoenen enz.
Ze worden ook geëxporteerd naar andere landen.
Ze staan dan in een grote vrachtwagen opgestapeld in veel te kleine hokken.
Laten wij a.u.b. met meer respect omgaan met deze bijzondere dieren en minder vlees eten.
Het is ook veel beter voor onze gezondheid en voor het milieu.
